5. Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar
Bedragen x € 1 miljoen
31-12-2020 | 01-01-2020 | 31-12-2019 | |
---|---|---|---|
Vorderingen op openbare lichamen | 23,6 | 22,1 | 22,1 |
Verstrekte kasgeldleningen aan openbare lichamen als bedoeld in artikel 1, onderdeel a, van de Wet financiering decentrale overheden | - | - | - |
Overige verstrekte kasgeldleningen | 1,0 | 0,9 | 0,9 |
Uitzettingen in 's Rijks schatkist met een rentetypische looptijd < 1 jaar | - | - | - |
Rekening-courantverhouding met het Rijk | - | - | - |
Rekening-courantverhoudingen met niet-financiële instellingen | - | 0,2 | 0,2 |
Uitzettingen in de vorm van Nederlands schuldpapier met een rentetypische looptijd < 1 jaar | - | - | - |
Overige vorderingen | 5,9 | 6,2 | 6,2 |
Overige uitzettingen | 16,4 | 19,5 | 19,5 |
46,9 | 48,9 | 48,9 |
Vorderingen op openbare lichamen bestaan voornamelijk uit een vordering op de belastingdienst van € 21,1 miljoen. (2019: € 19,5 miljoen) in het kader van het BTW-compensatiefonds (BCF). Daarnaast zijn opgenomen een vordering op het ministerie van BZK inzake de algemene uitkering van € 0,5 miljoen (2019: € 0,7 miljoen), een vordering op de belastingdienst inzake de VPB van € 0,7 miljoen (2019: € 1,6 miljoen) en een vordering op de belastingdienst vanwege het nog te ontvangen lage-inkomensvoordeel van € 0,6 miljoen. De overige vorderingen betreffen belastingdebiteuren € 5,9 miljoen (2019: € 6,2 miljoen).
De overige uitzettingen bevatten de debiteuren ten bedragen van € 24,5 miljoen (2019: € 27,4 miljoen). Op het saldo van de debiteuren is een bedrag van € 8,1 miljoen (2019: € 7,9 miljoen) uit hoofde van voorzichtigheid voor oninbaarheid in mindering gebracht.