Begroting 2020 | Jaarrekening 2019 | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Risico | Aard | Maximum in euro | Kans | Aard | Maximum in euro | Kans | Verklaring mutatie | |
Veiligheidsregio | Structureel | 460.000 | 2 | Structureel | 460.000 | 2 | ||
Als gevolg van de invoering van de Wet Normalisering Rechtspositie Ambtenaren per 1 januari 2020 bestaat er een risico dat de brandweervrijwilligers de status krijgen van werknemers. Dit zou kunnen leiden tot een kostenstijging van 30 tot 50%. De minister van BZK heeft de huidige uitzonderingsstatus voor brandweervrijwilligers verlengd. De vrijwilligersvergoedingen zijn in 2021 begroot op € 4.049.000. Het ministerie bekijkt nog of er een uitzonderingspositie kan worden gecreëerd waardoor de lastenstijging achterwege blijft. | ||||||||
Tekorten Sociaal Domein | Structureel | 10.000.000 | 3 | Structureel | 13.000.000 | 3 | Actualisatie bedragen | |
Op basis van onze meerjarige analyse voor het Sociaal Domein is een doorkijk gemaakt van het sociaal domein. Deze raming is op basis van aannames waarin recente ontwikkelingen qua rijksbijdragen (Jeugdhulp, Beschermd Wonen/WLZ) en uitgaven (WMO/huishoudelijke hulp) zijn verwerkt. Hierbij houden we rekening met o.a. de effecten van de wetswijzigingen van de invoering van het abonnementstarief (vanaf 2020 € 4,0 miljoen nadeel), de overheveling van rijksbudget van gemeenten naar de zorgverzekeraars door aanpassingen in de Wet Langdurige Zorg (vanaf 2021 € 4,5 miljoen nadeel) en incidentele rijksuitkering De Jonge voor de Jeugdhulp (vanaf 2022 € 3,5 miljoen nadeel). Het is op dit moment onzeker of het Rijk vanaf 2022 met aanvullende (structurele) middelen over de brug komt voor de jeugdhulp. Daarnaast is nog niet duidelijk wat bijvoorbeeld de effecten van de herijking van het gemeentefonds zullen zijn voor het sociaal domein. Vooralsnog houden wij in het meerjarenperspectief rekening met een tekort van € 13 miljoen dat t/m 2022 uit de reserve sociaal en zorgfonds kan worden afgedekt. Bedreigingen Kansen Bandbreedte tekort | ||||||||
Omgevingswet | Structureel | 1.000.000 | 3 | Incidenteel | 1.000.000 | 3 | ||
De Omgevingswet treedt naar alle waarschijnlijkheid op 1-1-2022 in werking. Daarna hebben we tot 2030 de tijd om geheel conform de Omgevingswet te gaan werken. Momenteel zijn er nog onzekerheden in 2021 en 2022 over de definitieve inwerkingtredingsdatum, over ICT omgeving zowel landelijk (robuustheid en performance) als lokaal (integratie en migratie) en over de complexiteit en stabiliteit in wet- en regelgeving om deze tijdig vertaald te krijgen naar de nieuwe kerninstrumenten. Er is een landelijk beeld bij gemeenten dat de hoge implementatiekosten niet zoals beloofd gedekt kunnen worden door toekomstige besparingen. Dit jaar en ook in de komende jaren worden veel aanvullende financiële onderzoeken uitgevoerd om een beter beeld te krijgen. Dit kan op termijn resulteren in extra beschikbare middelen vanuit het rijk. Gezien de onzekerheid en risico’s handhaven we het risicobedrag van structureel € 1 miljoen en daarnaast een risicobedrag van incidenteel € 1 miljoen voor 2022 voor met name het risico op uitstel inwerkingtreding. | ||||||||
Uitspraak beroep Q-park | Structureel | PM | 2 | Uitspraak is gedaan. | ||||
Per 1 juli 2014 is onze gemeente verplicht om aan de Wet Markt en Overheid te voldoen. Deze wet is bedoeld om concurrentievervalsing door de overheid te voorkomen. Op 9 september 2014 heeft de raad activiteiten die in het algemeen belang plaatsvinden aangewezen. Dit besluit is op 16 september 2016 gepubliceerd. Tegen de aanwijzing van het aanbieden van parkeergelegenheid op transferia als activiteit die plaatsvindt in het algemeen belang is op 4 oktober 2016 bezwaar ingediend door Q-park. Op 9 mei 2017 heeft de raad op advies van de Commissie van advies voor de bezwaarschriften het bezwaarschrift deels gegrond en deels ongegrond verklaard en het besluit met aanvulling van de motivering in stand gelaten. Tegen dit besluit heeft Q-park beroep ingesteld. Zij zijn op 22 maart 2018 door de rechtbank in het gelijk gesteld, omdat de gemeente het besluit onvoldoende heeft gemotiveerd en de belangenafweging onvoldoende is geweest. Wij zijn tegen het besluit in hoger beroep gegaan. De behandeling van het hoger beroep bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) heeft op dinsdag 14 mei 2020 en op 9 maart 2021 plaatsgevonden. Op 6 april heeft het CBb in deze zaak finaal beslecht. De inhoud van het vonnis zal separaat aan de Raad worden gecommuniceerd. | ||||||||
Herziening besluit gelegenheid geven tot sportbeoefening | Structureel | PM | 2 | Structureel | PM | 2 | ||
Op basis van Europese wetgeving is de btw-sportvrijstelling in Nederland vanaf 1 januari 2019 aangepast. Hierdoor wordt het ‘gelegenheid bieden tot sportbeoefening’ door een niet-winst beogende instelling niet langer gekwalificeerd als een btw-belaste prestatie waardoor de verhaalbaarheid van BTW op investeringen en exploitatie is komen te vervallen. Om de financiële nadelen van deze aanpassing in de BTW wetgeving te compenseren kunnen gemeenten in de periode 2019-2023 een ‘Specifieke uitkering stimulering sport’ (SPUK) aanvragen. Deze regeling kent echter een landelijk plafond. Indien er landelijk meer middelen worden aangevraagd dan beschikbaar, vindt een verdeling naar rato van de aangevraagde bedragen plaats. Op basis van de aanvragen was er zowel in 2019 als in 2020 sprake van een landelijke overvraging. De definitieve toekenning wordt bepaald op basis van de verantwoording die via de SISA bij de jaarrekening plaatsvindt. De definitieve vaststelling over 2019 heeft in 2020 plaatsgevonden en hierbij was sprake van een 100% vergoeding. Bij onze gemeente is in 2020 sprake van een onderrealisatie waardoor het risico wordt beperkt. Pas na afrekening van het jaar 2020 wordt duidelijk of er sprake is van volledige compensatie over 2020. In latere jaren speelt vanzelfsprekend dezelfde problematiek. | ||||||||
Stortplaats Meerendonk/Vlagheide | Incidenteel | PM | 4 | Incidenteel | PM | 4 | ||
Na sluiting van een stortplaats wordt deze overgedragen aan de provincie. Zij zijn vanuit de Wet Milieubeheer belast met de eeuwigdurende nazorg voor gesloten stortplaatsen. Op het moment van overdracht dient het benodigde doelvermogen te worden afgerekend. De provincie Noord-Brabant voert elke vijf jaar periodiek onderzoek uit, een zogeheten Asset Liability Management (ALM) studie. Daarbij stelt de provincie vast of de gehanteerde rekenrente (momenteel 5,06%) en daarmee het gehanteerde doelvermogen, passend is om aan haar eeuwigdurende nazorgverplichtingen te voldoen. De resultaten van de laatste vastgestelde ALM-studie, waarbij onder meer de effecten van de langdurig lage rentestand in beeld zijn gebracht, zijn met de vergunninghouders van de stortplaatsen intensief besproken. Een langdurige lage rentestand heeft gevolgen voor de financiering van de eeuwigdurende nazorgplicht van de provincie. | ||||||||
Consequenties Wet Arbeidsmarkt in Balans (WAB) voor mensen met verminderde loonwaarde | Structureel | PM | 4 | Risico vervallen i.v.m. afsluiten nieuwe CAO | ||||
- | ||||||||
BUIG budget | Structureel | PM | 2 | Structureel | PM | 2 | ||
In 2020 hebben we een voordeel gerealiseerd op het BUIG budget van ca. € 10 miljoen. In de begroting is ook een voordeel geraamd voor 2021 en verdere jaren. We merken daarbij op, dat het voordeel dat wij op dit moment behalen op het BUIG-budget op langere termijn waarschijnlijk niet houdbaar is. In vergelijking met andere gemeenten hebben wij een groot voordeel op de BUIG, omdat we er de afgelopen jaren beter en eerder in slagen mensen naar werk te brengen. Nu het bestand kleiner is en onze zittende populatie een grotere afstand tot de arbeidsmarkt kent dan vergelijkbare gemeenten, is het realistisch te verwachten dat andere gemeenten een deel van dit voordeel zullen inlopen met een correctie op het macrobudget als gevolg. Daarnaast leert de ervaring dat parameters door de tijd heen worden bijgesteld. Dat kan voor- en nadeel opleveren. Daar wij een groot voordeel hebben, is de kans op negatieve bijstelling groter dan op positieve bijstelling. Daar komt aanvullend onzekerheid bij omdat het macro-effect van de corona uitbraak lokaal verschillend uit kan werken, inclusief eventuele keuzes die het Rijk aanverwant neemt om deze effecten te mitigeren. | ||||||||
Gewaarborgde geldleningen | Structureel | 64.864.000 | 2 | Structureel | 65.023.993 | 2 | ||
Het totale bedrag van de borg- en garantstellingen, exclusief de afzonderlijk opgenomen garanties ten behoeve van zorginstellingen, bedraagt naar verwachting op 31 december 2020 € 65,0 miljoen en bestaat uit: | ||||||||
(Leningen aan) deelnemingen in verbonden partijen | Incidenteel | PM | 2 | Incidenteel | PM | 2 | ||
Verbonden partijen zijn samenwerkingsverbanden (privaatrechtelijke of publiekrechtelijke rechtspersonen) waarin de gemeente een bestuurlijk én financieel belang heeft. ’s-Hertogenbosch neemt alleen deel in een verbonden partij indien daarmee een publiek belang wordt gediend. Naast efficiency- en/of effectiviteitsvoordelen voor de gemeente en het gebruik maken van de kennis en expertise van derden, is het spreiden van risico vaak een belangrijke reden voor het aangaan van een verbonden partij. Deze verbonden partijen lopen echter wel (markt)risico’s bij het uitvoeren van hun activiteiten. Daarmee zijn er, zeker in het huidige onzekere economische klimaat, voor de gemeente risico’s verbonden aan deze participaties en aan de leningen die zijn verstrekt aan deze verbonden partijen. | ||||||||
VPB plicht reclameconcessies | Structureel | 250.000 | 3 | Structureel | 250.000 | 3 | ||
Voor de jaren 2016 en 2017 is met de Belastingdienst afgestemd dat het behaalde resultaat met het uitgeven van reclameconcessies niet belast is met vennootschapsbelasting (Vpb). Inmiddels is het landelijke standpunt van de Belastingdienst dat deze inkomsten wel belast zouden moeten worden. Een vijftal gemeenten in Nederland gaan procederen bij de rechter. De uitkomst van deze procedures kan nog jaren op zich laten wachten. Hoewel wij er van overtuigd zijn dat wij voldoende argumenten hebben dat geen sprake is van Vpb-plicht, kan een rechter hier altijd anders over beslissen | ||||||||
Vrijval belegde gelden Essent | Structureel | 2.100.000 | 4 | Structureel | 2.100.000 | 4 | ||
In 2024 valt de eerste tranche van onze beleggingen vrij. Wij realiseren hier een rendement op van 4,29%. Dit ligt – al vanaf 2009 – fors boven het marktrendement. De wegvallende jaarlijkse rentebate van deze tranche bedraagt € 2,1 miljoen. Vanwege het schatkistbankieren mogen we deze middelen niet opnieuw uitzetten (m.u.v. publieke taak) en kunnen we ze alleen aanwenden voor het verlagen van onze schuldpositie. Als in 2024 nog steeds sprake is van de huidige extreem lage rente, dan resulteert per saldo een fors nadeel. | ||||||||
Plafond BTW-compensatiefonds (BCF) | Structureel | PM | 2 | Structureel | PM | 2 | ||
Alle gemeenten kunnen de door hen betaalde BTW op hun overheidsactiviteiten terughalen bij het BTW Compensatie Fonds (BCF). Het geld in het fonds dat aan het eind van het jaar overblijft, wordt toegevoegd aan het gemeentefonds; een eventueel tekort wordt onttrokken aan het gemeentefonds. Dit heeft dus effect op de hoogte van de algemene uitkering die wij als gemeente ontvangen. We zien nu dat gemeenten steeds meer BTW compenseren, zodat er in het fonds steeds minder geld overblijft. Uiteindelijk kan dit leiden tot een verhoging van het plafond, wat ten nadele van de algemene uitkering komt. | ||||||||
Instapmoment 'trap-op-trap-af' systematiek en Rijksbezuinigingen | Structureel | PM | 4 | Structureel | PM | 4 | ||
Vanwege de impact van de Coronacrisis heeft het Rijk - na overleg met gemeenten - besloten om het accres 2020 en 2021 van het gemeentefonds te bevriezen op de stand van de Voorjaarsnota 2020. Daarmee krijgen gemeenten zekerheid over de uitkering uit het gemeentefonds in die jaren. Er zijn echter nog geen concrete afspraken gemaakt over het instapmoment en het weer aanzetten van de 'trap-op-trap-af' systematiek. Het risico bestaat dat we niet meedelen in de extra uitgaven van het Rijk vanwege Corona, maar straks wel mogen bijdragen aan de noodzakelijke Rijksbezuinigingen. | ||||||||
Herijking gemeentefonds | Structureel | PM | 3 | Structureel | PM | 3 | ||
De fondsbeheerders - het ministerie van Binnenlandse Zaken en het ministerie van Financiën - werken samen met de VNG aan een herijking van de verdeling van het gemeentefonds. De herijking is opgedeeld in drie onderdelen: 1) het sociaal domein, 2) het ‘klassieke’ gemeentefonds (de overige onderdelen van het gemeentefonds) en 3) eigen middelen. De herijking heeft betrekking op een totaalbedrag van € 30 miljard. Invoering van de nieuwe verdeling is uitgesteld tot 2023. |
Begroting 2020 | Jaarrekening 2019 | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Risico | Aard | Maximum in euro | Kans | Aard | Maximum in euro | Kans | Verklaring mutatie | |
Veiligheidsregio | Structureel | 460.000 | 2 | Structureel | 460.000 | 2 | ||
Tekorten Sociaal Domein | Structureel | 10.000.000 | 3 | Structureel | 13.000.000 | 3 | Actualisatie bedragen | |
Omgevingswet | Structureel | 1.000.000 | 3 | Incidenteel | 1.000.000 | 3 | ||
Uitspraak beroep Q-park | Structureel | PM | 2 | Uitspraak is gedaan. | ||||
Herziening besluit gelegenheid geven tot sportbeoefening | Structureel | PM | 2 | Structureel | PM | 2 | ||
Stortplaats Meerendonk/Vlagheide | Incidenteel | PM | 4 | Incidenteel | PM | 4 | ||
Consequenties Wet Arbeidsmarkt in Balans (WAB) voor mensen met verminderde loonwaarde | Structureel | PM | 4 | Risico vervallen i.v.m. afsluiten nieuwe CAO | ||||
BUIG budget | Structureel | PM | 2 | Structureel | PM | 2 | ||
Gewaarborgde geldleningen | Structureel | 64.864.000 | 2 | Structureel | 65.023.993 | 2 | ||
(Leningen aan) deelnemingen in verbonden partijen | Incidenteel | PM | 2 | Incidenteel | PM | 2 | ||
VPB plicht reclameconcessies | Structureel | 250.000 | 3 | Structureel | 250.000 | 3 | ||
Vrijval belegde gelden Essent | Structureel | 2.100.000 | 4 | Structureel | 2.100.000 | 4 | ||
Plafond BTW-compensatiefonds (BCF) | Structureel | PM | 2 | Structureel | PM | 2 | ||
Instapmoment 'trap-op-trap-af' systematiek en Rijksbezuinigingen | Structureel | PM | 4 | Structureel | PM | 4 | ||
Herijking gemeentefonds | Structureel | PM | 3 | Structureel | PM | 3 |